anuradhapura

Je gaat vanzelf van Sri Lanka en al z'n vriendelijkheid houden. Vanmorgen zijn we toch op tijd opgestaan in het Palm Garden Villa hotel. Een prachtig hotel, in een prachtige omgeving. Het hotel is een receptie, bar en restaurant (allemaal open gebouw, dus een dak en zo min mogelijk muren). Daarbuiten een giga zwembad en daaromheen allemaal huisjes. Het is er erg rustig en we hebben er als koningen geslapen. Vroeg uit bed, ondanks dat we pas om 9 uur worden opgehaald. Achter het hotel ligt namelijk een meertje waar regelmatig olifanten komen drinken. Dus wij in de vroege morgen gaan kijken, maar vandaag helaas geen olifanten. Maar het is wel een mooi meer in een prachtige omgeving. Daarna weer naar het hotel voor ons ontbijt, wat ook weer prima is. Tot nu toe leven we iedere dag op het ontbijt en het diner en we voelen ons prima. Zijn gelukkig niet naar van de malariapillen die we moeten slikken (wat wel een hele normale bijwerking kan zijn).

Ons Mahesh staat voor 9 uur al weer klaar met de auto. Ik heb al uitgecheckt en we moeten nog eventjes wachten op de koffers, want die versleep je hier niet zelf. Zou je dat overigens wel doen dan ben je een echte krent. De kofferdragers zijn vrijwel allemaal heel jong of juist ouder en die moeten het van de fooitjes hebben. Je geeft ze voor het sjouwen van je koffer 100 rupees en dan zijn ze gelukkig. Twee kwartjes geluk.

Hopla, 9 uur zitten we in de auto naar Anuradhapura, de eerste hoofdstad van Sri Lanka, 10 minuten rijden. Het wordt vandaag de dag van het Boeddhisme. We gaan een hoop heiligdommen zien vandaag die belangrijk zijn voor de boeddhisten. Het is vandaag wel bloedjeheet hier. Ik schat het op minstens 35 graden Celsius, maar denk nog wel warmer. We hebben diverse dagoba's bezocht. Dit zijn ronde koepels, de meeste helder wit geverfd. Zo'n dagoba is gebouwd om een heilig relikwie of het heilige schrift van het Boeddhisme (de dokreem) te herbergen. Het relikwie wordt bij de bouw in het midden van de dagoba geplaatst en toen is men gaan metselen. Zo'n dagoba is dan uiteindelijk een massief bouwwerk waar je niet in kunt. Je moet het met de buitenkant doen, maar het is wel er mooi. Buiten is er dan altijd een offerplaats met een beeld van Boeddha. De meeste Boeddha's zijn mooi wit, maar er zijn er ook waar je weer zo een carnavalswagen van kunt maken. Gelukkig zijn we vroeg begonnen om alles te bezoeken, want het wordt snel erg warm. En overal moeten de schoenen uit. Nou kregen we van Mahesh vanmorgen gelukkig het advies om slippers aan te doen zodat we makkelijk op de blote voetjes zouden staan. Nou weet ik niet hoe makkelijk jullie allemaal op blote voeten lopen, maar wij lopen alleen binnenshuis op blote pootjes. Dit zijn onze voeten niet gewend. Komt bij dat overal grof zand ligt en de stenen steeds warmer worden waarover we lopen. Tegen het einde van ons bezoek aan Anuradhapura hupsen we zo snel mogelijk over de trappen, stenen en het zand om in de schaduw te komen. Als je pech hebt dat je je slippers niet in de schaduw had achtergelaten, is dat de volgende verrassing. Dat overkomt je trouwens maar 1 keer! Verder mag je bij geen enkel heiligdom een pet op waardoor vooral mijn koppie nu de kleur heeft van een kreeft. 

Het is nu 11 uur 's avonds als ik dit zit te tikken en mijn voetzolen gloeien nog steeds. Het is allemaal wel de moeite waard. Het laatste heiligdom van vandaag is een bezoek aan de Bodhiboom. Het is de oudste boom ter wereld (2600 jaar) en is van origine een scheut van de boom waaronder Boeddha zijn verlichting kreeg en naar het Nirvana ging. Ja, ja.... dat krijgen we toch allemaal mee. De Bodhiboom is het op 1 na heiligste voor de Boeddhisten. Voor Mahesh zijn dit zijn heiligdommen, hij is namelijk Boeddhist. Overal neemt hij even zijn momentje, maar dat gaat onopvallend en zonder veel poespas. Ik vind het wel wat hebben. Bij alle heiligdommen tref je Boeddhisten aan die aan het bidden zijn en die offers brengen. De offers bestaan hoofdzakelijk uit lotusbloemen. Bij een van de door ons bezochte dagoba's zit een monnik met zijn trommels en geeft een solo weg. Het maakt het allemaal alleen maar meer bijzonder. Ook wij besluiten om een offer te brengen aan Boeddha. Het is dan wel niet ons geloof (en eerlijk gezegd zijn wij helemaal niet gelovig), maar het is een mooi en ook emotioneel moment bij de Bodhiboom.

Verder zitten bij het heiligdom met de Bodhiboom een hoop apen in de bomen. Die zijn of lui of heerlijk ondeugend en ze lopen en springen gewoon tussen de mensen door. Die apen zijn trouwens gek op lotusbloemen, dus je moet wel rap zijn met je emotionele momentje; die apen snaaien in no time de lekkerste lotusbloemen van de offerplaats weg :-)

 

Om twee uur 's middags kunnen onze voeten de zon niet meer aan en smeken ze om schaduw. De Bodhiboom was ons laatste heiligdom van vandaag en daarna gooien we de airco op standje max in de auto en gaan we op weg naar Trincomalee. Die plaats ligt aan de oostkust en is een uurtje of twee rijden. Onderweg nog even een nieuwe zak rupees gepind. De rupee is danwel niet veel waard, ze kennen hier wel de waarde van heel veel rupees. 

Tussen het bezoeken van al die heiligdommen door moest in natuurlijk ook nog eens een keertje een plas hier of daar doen. Dat hier of daar is trouwens erg schaars, dus dan moet je het doen met waar het ook maar enigszins op een plee lijkt. Een gat en een emmertje water noemt men hier ook een toilet blijkbaar. Zelfs als je dan erg moet, moet je effe flink concentreren. Het luchtte toch op...

De reis naar Trincomalee is een mooie route langs groene velden over een weg waar nog hard aan gewerkt wordt. Sommige stukken zijn niet meer dan gravel. Dan zetten ze de weg enigszins af en is er een soort van rijstrook beschikbaar. Maar wel tweerichting verkeer. Dus is het af en toe slalommen tussen de afzetting door. Slippertjes ziet men hier volgens mij ook als veiligheidsschoenen. Zo werken bestaat niet in het brave Nederland. 

Tegen 5 uur zijn we in ons hotel in Trincomalee en nemen we een heerlijke verkoelende douche. Wat een traktatie. Daarna lekker lui geweest op onze kamer en gegeten in het restaurant van het hotel. 's Avonds zijn we het strand op gewandeld. Een stukkie verderop zie ik een duikschool op het strand en denk even naar de mogelijkheden te gaan kijken. Als we er bijna zijn staat er ineens een man voor ons neus. Het is echt flink donker, en eerlijk is eerlijk, ze zijn toch allemaal wel heel donker zo 's avonds. Maar het spleetje tussen de tanden en de flapoortjes verraden dat het Mahesh is. Hij zit met twee vrienden op het strand en had ons gespot. We worden gevraagd om bij ze te komen zitten en dat slaan we natuurlijk niet af. Mahesh en kornuiten zijn aan de sterke palmdrank geslagen en wij worden uitgenodigd om mee te doen. Jongens, van die verrekte palmbomen maken ze sterke drank, dat wil je niet weten! Er worden twee glazen tevoorschijn getoverd en voor ons volgegoten. Jodelahiti!!! Sterk spul zeg. Voor mij is 1 glas meer dan genoeg. Jan wordt steeds bijgeschonken. Het wordt een gezellige boel!

De vrienden van Mahesh zijn om te lachen en eentje, Suzuki (jawel als de motor), is zo zat als een aap. Hij blijkt een wereldreiziger, kent Amsterdam en heeft 3 jaar in Oostenrijk gewoond. Spreekt vloeiend Duits, zeker met deze palmdrank. De andere vriend, Ahmeh, is een stuk rustiger en met z'n drieën zingen ze er vrolijk op los. Het werd een onverwacht leuke avond en jongens wat krijg je het warm van die palmzooi.